Recht van draad? Naadwaarde? Op de vouw? Hier op een rij de naaijargon voor een beginner

De eerste keer dat een patroonblad openslaat zal het je wellicht afschikken. Er wordt best wat naaijargon gebruikt. Daarom bij deze een soort klein woordenboek voor de beginnende naaister:

  • Recht van draad: Dit is de richting waarop de stof gemaakt is. Dit staat haaks op de breedte
  • Zelfkant: de kanten van de stof aan de zijkanten van de rol. Herkenbaar omdat ze bewerkt zijn tegen rafelen
  • Naadwaarde: De ruimte die je jezelf geeft om de stukken stof aan elkaar te stikken. Bij sommige patronen zit dit er al bij in. Meestal is dit 1 cm
  • op de vouw: sommige patroondelen moeten op de vouw worden gelegd. Een mooi voorbeeld is een voorpand. Doordat je die op de vouw legt krijg je 1 heel voorpand.
  • pas: de pas van een broek is het gedeelte tussen de boord en de achterpanden.
  • Dubbele naald. Dit is letterlijk een dubbele naald die een stiksel maakt die rekbaar is. Aan de bovenkant ziet dit stiksel eruit als twee rechte lijnen en van onder als een zigzag.